het dus niet om het proces van betekenisgeving, maar om het wel of niet gewaardeerd worden en liefst met prijzen. Dat hij daarmee ook de werkelijkheid geweld aan doet, lijkt hem niet van belang. Hij suggereert een wereldje van 'roomwitte man nen van middelbare leeftijd' die prijzen uitreiken en winnen. Om deze onzin te weerleggen heb je niet meer nodig dan even twee minuten te googlen naar literaire prijswinnaars, als je het al niet paraat hebt: AKO-literatuur-prijs: Joke van Leeuwen (2013); Anton Wachterprijs: Nirïa Weijers (2014), Maartje Wortel (2010); Bob den Uyl-prijs: Lieve Joris(2014), Carolijn Visser (2013); C'Buddingh'-prijs: Ellen Deckwitz (2012), Lieke Marsman (2011), Delphine Lecompte (2010) etc. Om niet flauw te doen heb ik de Anna Bijns-prijs weggelaten. Ditzelfde geldt voor de juryleden: Veerle van den Bosch, Daniëlle Serdijn, Manon Uphoff, Andrée van Es, Joke Linders, Rosan Smits, Rena Netjes, Judith Uyterlinde om er maar een paar te noemen uit 2014. Het is duidelijk, het gaat hem niet zozeer om de lezer, maar veeleer om zijn gram te halen op de kritieken die hij o.a. in Het Parool en De Standaard heeft gehad. Arie Storm (Het Parool): "Philip Huff presenteert zich per boek als een slechtere schrijver. Het is tijd dat hij even een time-out neemt. Het enige grappige, nu ja, aan zijn Mark Cloostermans (literair recensent voor De Standaard): "Onder het glazen oppervlak van mijn iPad glijdt tekst voorbij; erachter zit een lui en slordig schrijver, die even weinig door heeft als de foto van mijn ouders waar een muur tegenaan hangt. Door Huff's Verwey-lezing ben ik geneigd de critici te geloven: lui en slordig. Als Philip zijn jeugd schetst komt mij het beeld van Frank van Putten (Koot en Bie) voor ogen: in hetzelfde bed waarin hij Gullivers Reizen krijgt voorgelezen van zijn vader in een kamer met raceauto-behang, leest hij Philip Kundera onder nog steeds dezelfde deken met een zaklamp. Alles kan natuurlijk, maar geloofwaardig is het niet. Of zijn vader las hem nog voor op de bedrand toen hij een jaar of achttien was, of hij was al op zes jarige leeftijd een wonderkind, of zijn ouders hadden geen geld en heeft hij zijn hele jeugd in hetzelfde bed geslapen, zoals hij beweert. Het kan, maar je moet er wel voor behandeld worden later.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2015 | | pagina 59