z E 2 H co c cc c O rr> UI CC LU CC O UI O O CC O O O ■M LU O CC O UJ LU ai IV UW Een Noord-Koreaanse soldaat keerde na tien jaar huiswaarts. De zevenentwintigjarige ontslagen soldaat stond aarzelend voor de oudere huisbewaarder, die vroeg wat hij zocht. Nummer 7 op de vierde verdieping. Blozend tot over zijn oren knikte de soldaat en ging weg. Tijdens de negen jaren van zijn militaire dienst, was zijn huis als een zandkasteel afgebrokkeld. Vader en moeder waren gestorven, zijn zus was weggejaagd, het gelach en de dromen put, 31 van zijn jeugd waren ook verdwenen. Hij huurde een huisje van een zekere meneer Sim, wiens gezicht hij niet herkende. Was hij op die manier zijn huis kwijtgeraakt?! Opduikend vanuit het gangpad tussen de appartementen ging hij op een afgebladderde bank zitten en staarde naar het vierde woonblok aan de rivieroever. De kleine lei, waarop hij het eerst leerde schrijven, en de sorghumbezem daarnaast, lijkend op de gevaarlijk smalle taille van zijn moeder, werden steevast opgehangen vanaf de veranda van dat gebouw. Suni! Sunja! Hé Jini... Verlangend om zijn moeder te ontmoeten beklom hij de Pioentop, de berg achter het dorp. Niemand ging ooit die berg op of af. Een fazant vloog op met fladderende vleugels.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2015 | | pagina 39