s
3 o
E E
UJ co
O
SÉ
C uj C
0 K- O
SÉ SÉ
NO
iv
rr>
Tplkpns ak Hip ikknudp wind waait
Telkens als die ijskoude wind waait
trillen en schudden de lage acacia's
met hun massa's dorre takken
Bij de plek waar de weg naar mijn geboortedorp eindigt
in winterse vlakten, waar een uitgemergelde os ligt, uitgeput,
is de boom van de herinnering altijd pijnlijk.
UJ
O
Wanneer komen nieuwe knoppen op
en zwellen lentesappen?
Wanneer barsten groene bladeren de lucht in?
C Waarom is de winter in mijn geboortedorp gj
nu zo koud
Uj als hij aan de doornstruiken schudt?
01 V
«O lO
•mm mmm