merendeel van de geautoriseerde vertalingen in het Engels is door een team van deskundigen, bestaande uit An Sun-jae, Ko Chang-soo, Kim Ji-mying, Charles Montgomery, Graeme Rey nolds, Peter Lee, Eddie J. Park, Jin Seong-bak en Jenny H. Park, allen verbonden aan PEN Korea, tot stand gekomen. De Engel se vertalingen van de opgenomen gedichten van Lee Gil-won, Hae 11-Sohn en Woo Sik Kang zijn van Chang Soo Ko. Dat geldt ook voor diens eigen werk. Het gedicht van Jang Jin-sung is vanuit de Engelse vertalingen van Grigore Scarlatoiu en Kevin Kim in het Nederlands overgezet en is op diverse internetsites te vinden onder de titel 'Selling my daughter'. 'Het land van ge- kromden', 'Éénogige doorstaat de test', 'Een stervend kind', 'Moedermelk' en 'Mijn dochter in de verkoop' verschenen op 30-08-2014 in de Vonk-bijlage van de Volkskrant. Op dinsdag 16-09-2014 verscheen 'Mijn dochter in de verkoop' ook in Trouw. Informatie over de dichters Do Myeong-hak is algemeen secretaris van het North Korean Writers in Exile Center en mensenrechtenactivist. Hem werd door het Noord-Koreaanse regime opgedragen gedichten aan te leveren met titels als 'We zullen beter leven' en 'Machinegewe ren bij Bochonbo', die tot doel hadden mensen te inspireren trouw te zijn aan het Pyongyang-regime, hoewel Myeong-hak zelf ernstig verzwakt was door uitputting en bijna stierf aan de hongerdood. Hij belandde in 2004 voor drie jaar in de gevan genis van het departement voor staatsveiligheid vanwege de twee met de hand geschreven satirische gedichten, 'Éénogige doorstaat de test' en 'Het land van gekromden'. Het eerste ge dicht handelt over een man met slechts één oog, die toch het leger moest dienen. Begin 2000 kon het Noord-Koreaanse leger niet voldoen aan de behoefte aan meer strijdkrachten en ver laagde de drempel voor de lichamelijke testen. Mensen die een oog verloren hadden, kwamen door de test, mits ze het juiste oog bezaten waarmee ze konden schieten. Het tweede gedicht is een satire op de realiteit in Noord-Korea, over een volk dat in verdrukking en armoe leeft, zonder enig geluid van protest. De geheime dienst beschouwde zijn poëzie als 'anti-revolutionaire, opruiende propaganda'. Zijn gedichten waren tot zijn verba-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2015 | | pagina 31