Hij weet dat ze soms binnen hun ruimte reduceren tot bijna niets: een vleugelslag onhoorbaar, een voetspoor onvindbaar onder het zand. Hij komt ze niet op het spoor, hoort het suizen niet van hun ademloze aandacht voor de leegte.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2015 | | pagina 27