Een glimlach op mijn gezicht.
"Mag ik u dit boekje aanbieden?" een medewerkster met een
innemende lach duwt mij een boekje in mijn handen. Lave
rende letters. Ik laat het vallen. Ik moet mijn trein halen.
In de trein terug staart een blonde kuif mij aan. Een oudere
vrouw tegenover mij leest een dik boek. Fantasie. Karei Appel
dwaalt. Het oor. Op de boekenlegger van de oudere vrouw staat
een afbeelding. Ik voel een glimlach. Mijn ogen stralen.
"Is dat Zelfportret van Vincent van Gogh?" vraag ik de vrouw.
Haar blik kruist de mijne. Eén seconde. Tevreden knik. Van
Gogh, van één kant in beeld. Waarom was dat ook alweer.
Een lichte schok. Het oor. Vincent van Gogh, Appel, het oor.
Niemand ziet mijn glimlach. De trein maakt vaart. Meer, steeds
meer.