Geklik van de pennen. Bedankjes. Ik groei. Ik kijk even naar het
oliedoek. Een glimlach op mijn gezicht, competent. De geluk
kigste twaalf procent van Nederland.
Aan het eind van de dag slenter ik het laatste deel van mijn
route. De parels van Van Gogh, Van Rijn en Vermeer. Ik nader
'nieuwe kunst'. Onbekend terrein. Ik tref de leerlingen van
eerder op de dag. Aandachtig bekijken ze een schilderij met
donkere kleuren. Een gezicht, rode en groene ogen. Stippen,
strepen en lijnen. Ik weet niet wat ik zie.
"Meneer, kunt u ons nog één keer helpen?" Het kleinste meisje
zet een stap naar voren. Rode wangen, vermoeid. "We kunnen
hier echt helemaal niets mee." Overal schilderijen, donker,
licht, gekleurd, kaal. Bordjes met letters, springend en dansend.
Meer schilderijen. Meer bordjes. Meer letters. Ik draai rond.
Meer Onkunde. Meer domheid.
"Ik, ik Ik zal het proberen," zegt mijn stem. Ik wil vluchten.
Terug naar De Nachtwacht. Mijn terrein.
"En dit zijn de schilderijen van Karei Appel, medeoprichter van
de Cobra-beweging. Daar hangt De vierkante man." Een stem op
de achtergrond. Vrouwelijk, helder. Ik draai me om. Zie een
medewerkster van het museum, haar blik op mijn galg gericht.
Ze haalt de strop weg. Opluchting.
"Euh Nou dit is dus een schilderij van Karei Appel, De vier
kante man," begin ik. Ik staar naar het bordje onder het doek.
Dansende letters. Karei Appel. Karei Appel. Ik heb nog nooit
informatie over Karei Appel gehoord. Mijn hand glijdt door
mijn haar. Langs mijn oren. Oren. Oor.
"Karei Appel verloor ooit een oor. Hij had ruzie met Gauguin
en sneed zijn oor af. Dat gaf hij aan een prostitué, of was zij
zijn geliefde? Karei Appel was ziek," ratel ik. Trillende handen,
hapering in mijn stem. Mijn ogen scannen de omgeving,
kijken over de leerlingen heen. Ik bestudeer de grond. De leer
lingen schrijven. Klikkende pennen, krassende pennen. IJver.
"Ik moet mijn trein halen," hoor ik mezelf zeggen. Ik draai me
om naar het groene lichtgevende bordje boven de deur. De uit
gang?
"Bedankt meneer, u heeft ons geweldig geholpen," een uit
gestoken hand. Ik schud voorzichtig. Ik vlucht. Snel. Mijn hak
ken klinken hol op de plavuizen in de gang. Blik naar de deur.