Zweetdruppels langs mijn haargrens. De trein staat bijna stil. Schichtig kijk ik om me heen. Ideeloze blikken, saai, gerust. "Dames en heren, we naderen station Amsterdam Centraal," een lage stem door de intercom. Reddende engel. Ik grijp - opgelucht en blij - mijn tas. Tram 2, op naar De Nachtwacht. Wilders laat ik liggen. Voorgoed. De torens van het museum. Statig, trots, machtig. Etalage van Van Gogh, Vermeer en Van Rijn. De vlaggen wapperen sierlijk heen en weer. Ik ga naar binnen, mijn terrein. Mijn kunde. "Dat wordt dan vijftien euro," stem achter glas. Ik ontvang een entreebewijs, knik vriendelijk. Vingers trillen, mijn hart klopt in mijn keel. Ik wil naar De Nachtwacht, mijn kennis. Schouders naar achteren, hoofd omhoog. Het meesterwerk is nog groter dan ik had durven hopen. Onder het schilderij hangt een overbodig bordje. Ik bekijk elk hoekje. De verf, de kleuren, de patronen, de lichteffecten. Wonderbaar lijk. "Zou dat hem zijn?" hoor ik achter mij. Magie verbroken. Een nare kriebel in mijn buik. Rustig blijven, rustig blijven! "Hij lijkt wel op het plaatje. De Nachtwacht of zoiets," een meisjesstem. Licht, hoog. Mijn woede zakt, ontroerd door de onkunde. Ik draai me om. Zes paar ogen staren naar het olie- werk achter mij. Verbazing, verveling. "Ja, dit is hem dan," hoor ik mezelf zeggen, "gemaakt door Rembrandt van Rijn, in 1642." Ik ben het centrum. Mijn ken nis vloeit naar voren. Krachtig. "Kunt u er iets meer over vertellen, meneer?" Een vraag van het kleinste meisje. Een jaar of zestien, kauwgom kauwend, minirokje, topje. "Wij moeten een opdracht doen voor school." Ik krijg A4'tjes onder mijn neus geschoven. Papier. Letters. Lijntjes. Aarzeling. "Rembrandt maakte het schilderij donker om bepaalde dingen met licht te kunnen accentueren." Volle zin. Mijn stem hapert. Jongens en meiden schrijven. Blikken via het schilderij naar het papier. Knarsende pennen. "Het schilderij is verkleurd, waardoor het donkerder werd. Toen kreeg het de naam De Nachtwacht." Ik ben zeker van mijn zaak.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2014 | | pagina 96