Cascar was een lieflijke oasestad in het westen van China. Hier ontdekte hij zijde. Het fijne weefsel van vervoering. Het stof op de trap dwarrelt naar alle kanten als de geesten de Taklamakan aankondigen. Nog ziet hij zijn voeten elke vol gende schrede maken. Elke stap is een beweging die voortvloeit uit de vorige. Nee, elke stap roept de volgende op. Zijn hoofd regeert. Zo heeft hij het geleerd. Opnieuw beginnen. Op of neer. Is er beweging zonder trap? Al klimmend draait hij zich om. Invers, op zijn hielen heeft hij deze mezzanine bereikt. De geesten gaan liggen met het stof. Alleen betreedt hij nu weer de houten spiraaltrap. Op naar het verleden. Op naar Venetië en daarvoor. De stappen die hij zet voelen aangenaam. De gedachte aan zijn klimmende voeten maakt hem gelukkig. Hoe eenvoudig en schoon kan het leven zijn. Hij reist; hij ver haalt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2014 | | pagina 71