NETWERKEN
a>
De kunstenaar en de politica zitten tegenover elkaar in een
lichttunnel. Buiten is er bijna niets te zien. Wanneer het spoor
over een brede rivier gaat, vallen de weinige tekens van een
leefbare wereld ook weg. Waterdonker! De bijeenkomst in
Rotterdam is afgelopen. Nu gaan ze samen naar huis, elkeen
opgesloten in eigen gedachten.
w De politica gebruikt de bijeenkomst om te netwerken. Ze wan-
g kelt op haar spijkerlaarzen van kunstenaar naar kunstenaar met
een glaasje in de hand. Ze borrelt uit haar vestje van enthou-
siasme. Van opgespaarde energie gloeit ze als een lamp. Deze
energie laat ze nu los op haar niets vermoedende collega's. Ze is
een ADHD-politica. Haar ogen rekken van verbazing, krimpen
in een vraag, lachen halve maantjes en hangen zielig in mede-
lijden bij een droevig verhaal.
"Moet je horen!" roept ze naar Hans. Ze haakt vertrouwelijk bij
Marijn in. Samen lachen ze. Niet te veel, niet te lang, maar wel
hartelijk. "Kom eens hier," beveelt ze Joke. Ach, wat doet ze dat
goed, netwerken.
De kunstenaar doet niets. Hij zit in zijn hoekje en kijkt toe.
Sommige van zijn collega's pronken zoals exotische papegaai
en. Er steekt een groene veer in iemands haar. Iets in geel of
rood hangt uit meerdere jaszakken. Die schoenen zijn zo apart!
Eigenlijk willen ze liever op hun handen lopen. Hun gebaren
zijn een maat te groot. Ze praten veel en luid. Het accent, dat is
waarover het gaat, het accent. Gekunstelde keelklanken ont
snappen aan hun lippen. Ze roepen de politica en omarmen
haar. Ze ondersteunen hun licht bezopen pleitbezorger. Niets
aan de hand de hand. Ze weten waar hun heil vandaan
komt.
'Wat zijn we toch raar,' denkt de kunstenaar. Sommigen zijn
een beetje schuw. Ze hangen zo onzichtbaar mogelijk rond,