"Natuur is voor tevredenen met regen",
Zo hield de dichter J.C. Bloem ons voor.
Het mooie voorjaar ging al weer teloor.
De goegemeente riep dus luid in koor:
"Hoe geselt wind, wat teistert vocht de wegen!"
Natuur is voor tevredenen met regen,
je regenbroek laat vocht al spoedig door,
- Dat is dus écht niet om te lachen, hoor! -
Ik ben nog jong, maar kan er niet meer tegen.
Natuur is voor tevredenen met regen,
je schoenen zijn van 't wandelen zo goor;
Daartegen help geen krabben en geen vegen.
De stad is voor de stadse mens een zegen,
Natuur is voor tevredenen met regen.