WO
O
%s
a
w-
CL
O
uo
ir
1/
O
Mijn moeder, schijnt het, paarde met een stier
En Koning Minos vond het ongepast
Zo ook toen ik als resultaat verscheen
Ik werd in deze doolhof opgesloten
V.
Nu, dit verblijf bezorgde mij geen last
Het is een offerplaats van iedereen
Die daar belandde heb ik zeer genoten
M-
Want mensenvlees is heilzaam voor mijn maag
IX
VS)
En vrijgelaten - ach, in 't algemeen
"X
JL.
Was ik daar nauwelijks mee opgeschoten
Maar wat mij bezighoudt, dat is de vraag:
Ben ik een mens? Of eigenlijk een dier?
Daar wens ik niet te diep op in te gaan
Ha, stemgedruis - er komt weer voedsel aan!