Pas in 2002 kreeg ik het verzoek of er een regel van mij op een vuilniswagen mocht worden geplaatst. Een honorarium was er niet, want ach, dichters leven van de wind, of uit de afval bakken (daar kan ik wel een voorbeeld van geven), die kunnen voor minder dan een vuilophaler worden ingeschaald. Maar ik zou een foto krijgen van de vuilniswagen waarop mijn regel stond. Ceci n'est pas een vuilniswagen. IJdel genoeg om ja te zeggen. Vervolgens een jaar niets gehoord, nog eens geïnformeerd, weer een jaar niets gehoord. Ook nooit vernomen of mijn regel was geplaatst. Kort geleden zag ik een wagen van de Roteb voorbijrijden, een oplegger met een klein voertuig waarop mijn regel stond. Het was vermoedelijk een hondenpoepstofzuiger. Moet ergens in een strontrijke omgeving zijn werk doen. Ik weet niet waar. Die foto heb ik nooit gekregen. Ik las mijn regel als een brief in een fles gevonden: Men zag hier puinhopen en zong van mooi weer bij iedere eerste steen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2014 | | pagina 34