zolang niet met een veerboot werd vertrokken. Je ging dan op
'ti klusje naer 't hoad. Het is een zin die Rien graag uitspreekt
wanneer Middelharnis onderwerp van gesprek is: in een drafje
naar het Havenhoofd. Volgens een anekdote die in soortgelijk
gesprek door hem verteld kan worden, gingen in de jaren zes
tig willekeurige bekenden of toevallige passanten op de kaai
van Middelharnis in op de uitnodiging van een dorpsgenoot
met dadaïstische invallen, die vroeg wie er zin had om naar
Bella met de grote tieten te gaan. Het nieuwsgierige gezelschap
vergezelde hem in de richting van het havenhoofd en halver
wege stelde hij ze dan voor aan Bella, een koe in het weiland.
Die anekdote is voor mij onlosmakelijk verbonden met de
Haiku die dichter Vroegindeweij in Statig Landschap laat vooraf
gaan aan de gedichten:
Hai! Koe. Wat sta je
daar vroeg in de wei dampend
in het natte gras.
Nog vóór de vaste verbindingen met Goeree-Overflakkee tot
stand waren gebracht, had Rien het er wel gezien en vertrok hij
naar andere oorden: Rotterdam, Amsterdam, buitenlanden.
Nadat we ruim een kwart eeuw uit eikaars beeld waren geweest,
verraste een vriendenclub mij ter gelegenheid van mijn vijftig
ste verjaardag met een speciale druk in kleine oplaag van het
gedicht Straat die was vervaardigd met instemming van Rien.
Sindsdien ontmoeten we elkaar weer vaker. Zoals bij de ont
hulling in Middelharnis van het monumentje met het gedicht
van Ed. Hoornik, Te Middelharnis is een kind verdronken. Rien, de
ervaren performer, las aan de haven enkele gedichten uit zijn
nieuwste verzamelbundel Later wordt alles echter. We liepen ver
volgens niet op een drafje naar het havenhoofd, maar wisten
dat een nieuwe Bella onderweg in een wei zou staan en dat bij
de plek waar ooit de boot naar Rotterdam vertrok we niet meer
naar de film konden in Theater Meijer, noch voor een biertje
naar Jacobi of Jé van Gé. Met familie van het verdronken kind en
genodigden, inclusief de redactieleden van Ballustrada, praat
ten we nog wat na in het Diekhuus, gevestigd in het gebouw
dat ooit onze openbare lagere school was geweest met Pukkel,
juffrouw Joppe en bovenmeester Taaie.
Rien werd dit jaar zeventig. Lang leve de dichter.