O GÉ CM de zomer verft een clandestien blauw in bijtend lichte hemel huizen zijn ondoordacht binnen scherpe passie van warmte gegleden zon met grotesk vermogen tot verveling verbindt zenuwachtig de bedoeling van elk bewegen parkeert middagrust op ogen donkere bril gispt opinie middelmatigheid een wuft toegeloken wijs glasgerinkel spoelt koele drank over lippen het lichaam vleit zich doelloos aan daden nog te verrichten hoe diep zijn ze in zichzelf gezegen ondanks vingers krant zomerhoed een ruimte van sonoor gemoed geluid van optrekkende auto's ver doorgedreven •b lucht oppert blauw een stramme boulevardweg en voor hun wijlend besef de luxe van witte uitbouw Q> dit is hun mooiste oord de zee klopt eindeloos gesmoord.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2014 | | pagina 22