een geënsceneerde ansichtkaart. Hier buiten de stad hadden de
oude gebouwen alle ruimte, ook het aangrenzende bos en veld,
feeëriek. Hij hield van dit weer, koud en helder. De sneeuw
knerste onder zijn schoenen. Vogels floten, de sneeuw leek hen
niet te deren. Zijn wangen tintelden na de korte wandeling
langs de beuken van het laantje, naar het betongrijze gebouw.
Koning hing zijn jas, sjaal en vandaag ook een muts op in de
garderobe en liep langs de openstaande deuren van het kantoor
en de kantine naar verzorgkamer drie, helemaal aan het einde
van de gang. Net als de gemurmelde 'goede morgens' werd hij
begroet door het zachte gebrom van de koelinstallatie. Twee
klanten wachtten, het grootse geduld van de wereld. Nog een
levering onderweg zag hij op de lijst. Hij trok een witte stofjas
aan en paste daarmee naadloos in het universum van witte
tegels, het witte keukenblok en de witte koellades.
Zorgvuldig scheurde hij het papiertje met het documentnum
mer af op de lijn van de perforatie. Nummer 56772, dat ging
straks ter controle op de kist. Hij schreef de gegevens over, alles
wat dit leven nog uitdrukte paste op een enkel A-viertje: Naam,
geboortedatum Voordat hij zijn latex handschoenen aantrok
schoof hij een laken over de stalen verzorgtafel.
Hij deinsde terug toen hij lade 4b opentrok en de wanorde van
het oranjebruine bont van een paar eekhoorns zag liggen. Hij
zuchtte en schudde zijn hoofd. Plastic, hoe vaak had hij zijn
collega Kurt nu al gevraagd zijn handelswaar in plastic te ver
pakken. Kurt, die altijd overal een handeltje in zag. Meindert
van Haasteren betaalde twee euro voor elke dode eekhoorn, uil
of haas die Kurt vond op het terrein van Duinweg. Drie voor
een fazant. Vier voor een kleine vos, vijf euro vijftig voor een
grote. Mits de dieren vers en heel waren, geen vraatsporen,
geen verre staat van ontbinding, niet aangevreten door hond
of vos, geen kogelgaatjes. Vooral de kopjes, de schedeltjes
moesten volledig gaaf zijn. Hij waardeerde het zelf ook, een
gaaf exemplaar, hoewel dat in zijn vak eigenlijk altijd een
vroegtijdig afgebroken leven betekende.
Dat het dierenhandeltje bewaard werd in de koeling van Duin
weg deerde Koning niet, mits goed verpakt. Piëteit, ook al zou
er geen klanten ooit klagen.