peignes a Heyst, le Dimanche 14 juin, a 9 heures 1/2 du soir.
Si vous voulez venir les ramasser, cela vous portera bonheur.'
Jarry beschrijft de treinreis van het gezelschap uit Parijs naar
het noordwesten via Amiens, Lille, Halluin, Menin en de Brugse
kathedraal waar treinen in en uit rijden in zijn roman Les Jours
et les Nuits.
Er bestaat enige onduidelijkheid over de ligging van het huis
dat Kahn bewoonde. Arnaud en Bordillon schrijven dat de
familie Kahn in een villa in Sint Anna bij Knokke verbleef.
Besnier meent dat ze in Sint Anna waren. De chronologie in de
CEuvres Complètes van de Pléiade laat de locatie maar in het
midden. Brotchie laat de vakantie ook in Sint Anna plaatsvin
den, ergens op de Belgische grens. De kring van buitenlandse
bohémiens die in de grensregio neerstreek, wekte rond 1900
enige opschudding. Frans Erens: 'Toen ik in Oostburg woonde,
had ik aanraking met verschillende Belgische en ook soms
Franse artiesten, die voor kortere of langere tijd in de pittoreske
kleine huisjes van Sint Anna ter Muiden en de omgeving daar
van kwamen wonen, er was zelfs sprake van een klein schan
daal nadat een schilder uit Noorwegen een arm meisje in Oost
burg verleidde.' Aan de schilder Willem Witsen schrijft Erens:
'In den zomer woont hier op een paar uur afstand de dichter
Gustave Kahn met zijne vrouw en kind.' De samensteller van
de aan Kahn gezonden brieven geeft echter aan dat de schrijver
in juni 1896 in Knocke-sur-mer woonde, en pas een jaar later
naar Sint Anna ter Muiden verhuisde. Op 8 oktober 1896 ver
werven Gustave Kahn en zijn echtgenote in de gemeente Sluis
een 'woonhuis met erf en tuin, G 321, huis en erf, 1 are 50 ca,
en G 322 als tuin, 6 aren 10 ca.' (akten notaris Koksma). Een
van de vakantiegangers in Knocke-sur-mer schrijft later over
deze zomer. Anna Rodenbach, echtgenote van de schrijver van
Bruges-la-Morte, publiceert in 1913 een artikel over de zomer
van 1896, wanneer zich in het vissersdorpje Knocke-sur-mer,
naast haar echtgenoot George Rodenbach ook Gustave Kahn,
Paul Fort en Charles-Henry Hirsch hebben verzameld. Gustave
Kahn publiceerde in zijn bundel La pluie et le beau temps (Paris:
L. Vanier 1896) het gedicht 'Knocke', de gedichten over Sint
Anna zijn pas uit 1897. Waarschijnlijk is de verwarring ont
staan door de lovende woorden die Laurent Taillade schrijft