yj
yj
10
UJ
O
Ov
«O
Q Op rij één. Beneden de rand
van het podium. Het strijkkwartet speelt.
«Z Eeuwen liggen er in deze tonen.
In hereniging op slag ontwaakt.
Tijd die ons aanzet de tijd te ontkennen.
UJ
Naar believen uitvouwbaar.
Een verfrommelde noot ter ontkieming.
Nee. Niet aan te raken.
Een opklapbaar schijnbaar niets.
'Ik bied u iets wat niet van deze wereld is.'
Als in een kerststal.
Kort valt het beeld uit.
Uit het niets overmeestert mij
de geur van schoenpoets.
Zo ruikt een spaceship
als het los schiet van de grond.
De lakschoenen van de cellist
weerspiegelen spontaan de hele wereld
bij het opstijgen.