«o G£ O 0> Achtergebleven in de mondhoeken van je rivier drijven de beelden van wat je hebt uitgesproken Q een hoge lucht opent zich sprakeloos de rest is als gebroken wrakhout op de woordstroom afgevoerd, spoorloos door nergens opgelost wij zetten onze bepakking neer boven het spraakwater blijft een wolk vol leegte hangen, langzaam roterend rond de vraag wat nu wij turen op onze kompassen taal moet opnieuw hier uitgevonden in deze tijdloze uitgestrektheid witte ruimte zonder einde een terugweg is er niet in de besneeuwde verte tekent zich het traag bewegen van een stoet rendieren af wij nemen onze rugzakken op V) antwoord op wat ons staat te doen, niet blijven maar in andere woorden, desnoods zonder, verdergaan leven achter onszelf vandaan

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2014 | | pagina 57