2
E: o
c. O
O- z
O
Q£
O
Ni
(Z
O»
rs
fM
LU
de nacht zoekt de stad op
om zich kleiner te maken
vanmiddag blakerden de klinkers
en bakstenen en brandde de zon
de schaduw van een mier lichtgrijs
diezelfde nacht bloeien er seringen uit
al mijn vingertoppen en groeit er gras
uit mijn voetzolen zodat het voelt alsof ik
voortaan altijd en overal over gazons loop
ver weg klinkt een meisjesstem en
aanzwellend luid geblaf van honden
ik ontwaak en met open ogen stap ik
de laatste uren van de dag binnen