s
E
oc
Ov
O 'Ik heb niemand meer',
roept een vrouw jammerend
Z 'ik heb niemand meer
Z ik ben arm'
Een grotere waarheid
valt hier niet te horen
op deze plaats waar
UJ het lichaam het heeft opgegeven
mé* of de geest vertrokken is
Toch kom je ze ook hier tegen
mensen die het nog wél weten
en met berusting in de stem
zeggen dat het goed met hen gaat
het lijkt een tegenspraak
het is een tegenspraak
maar wie daarmee niet kan leven
rest niets en niemand meer
Wie in bidden gelooft
mag bidden dat zij of hij
hier nooit belandt
M nooit
al zal het niet helpen
want leed kent geen God
E geen heilige Antonius die alles
terugvindt wat verloren is
O het is toeval, pech of dna
:0>
HM
De vrouw blijft intussen roepen:
'Ik heb niemand meer.'
En ik kan tegen haar praten wat ik wil
de zin zit gebeiteld in haar tong