«■n Mijn opa, de zon op zijn rug getorst spitte wiskundig voor na voor dampende koeienstront onder de aarde Van de mest werd niets gemorst Zo heeft alles een goddelijke waarde zei hij die nooit ter kerke ging noch metafysica van een andere soort aanhing Hij deelde de tuin in vakken op Zaaide, zoals een zuster met medicijnen langs de bedden gaat, kropsla radijs, peterselie en rode biet Totdat een tuinman van een andere gaarde hem rooide en tot zich nam C Vannacht terwijl de maan uit het duister gleed, 0> een satijnen licht over de dingen kwam m zag ik hem bezig in het al 0> met het verspenen van sterren, verpoten van licht Hij zal het zijn die de aarde beërven zal Q>

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2014 | | pagina 47