Oktobermannen Voor August Graten von Platen Het graf, een zuil errichtet von Freunden und Verehren, wacht wit en stil op vriendenbezoek. Krekels hoeden zijn vergeten creperen en in azuren hitte wasemt dor de verlaten tuin van Landolina. Wat bracht mij hier? Een Memorandum. Oud vuur waarin grijszachte lovertjes schroeien. Tjirp geheugen, lieg. Gekwelde Grafen von Platen, ook ik zocht in een gezel geborgenheid, omhelzingen en ruwe wangen. Wij oktobermannen vangen in ontevreden journaals lege dagen en jaar, verblind, doof, onvruchtbaar. En zie, ik vond. Voorgoed staat hij naast me, leest zacht binnensmonds in lichtval je gedicht. Hij die lief, lieverd, liefste zeggen mag. Je zwijgt marmer, je krijst: "Heb je nu je zin?"

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2013 | | pagina 79