Al met al voelde Bakkersum de behoefte om de stress er eens goed af te fietsen. Zijn vrouw zat lekker een paar dagen bij een vriendin in het oosten des lands, dus niemand zou hem die ochtend missen. In zijn modieuze, veelkleurige wielrenners outfit zette hij direct flink de gang erin. Eerst om Ter Klootene heen en daarna met gezwinde spoed richting het gehucht Snaterdieke. Lekker alleen met de wind rond je kop, mijmerde hij. Kilometer na kilometer verdween onder zijn wielen. De dankzij de flinke inspanning aangemaakte endorfine in zijn brein gaf hem weer even een machtig gevoel. Even voordat de weg weer de dijk op leidde, ving Bakkersum enkele flarden op van een gesprek tussen twee dorpsbewoners. "'n Eêle hrödte paerdedrol", hoorde hij een van de mannen zeg gen. Daarbij had hij de blik op Bakkersum gericht. Zou de man hém bedoeld hebben? Hij werd toch niet paranoïde? Ineens meende hij in een van de mannen de schoonmaker te herken nen. Een gloeiend gevoel van verontwaardiging borrelde in hem op. Lang kreeg hij niet de tijd om hier verder over na te denken. Kort na de bocht werd zijn blikveld kortstondig gevuld door enkele enorme, dampende paardendrollen. Een tel later ging hij onderuit in de eerste hoop, om vervolgens een spoor te trek ken door de andere verse hopen. Een akelige en langgerekte gil klonk door de polders. Dorpsbewoners keken verschrikt op. Diezelfde middag nog werd op de afdeling Directe Opname van Parnaziushove een verwarde en volkomen gedesoriënteerde man, in een zonderlinge outfit, door de politie binnenge bracht. Een identiteitsbewijs had de man niet bij zich en de agenten vroegen zich af of hij misschien uit Parnaziushove af komstig was. Niemand op de afdeling herkende hem.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2013 | | pagina 68