27-jarige leeftijd werd Henriette Roland Holst uit overtuiging
lid van de Sociaal Democratische Arbeiders Partij. Als een ge
dreven zendelinge ging ze daarbij te werk en avond aan avond
bracht zij door in rokerige zaaltjes, waar zij arbeiders opriep te
strijden voor rechtvaardigheid en verbetering van hun lot.
Zo kwam ze in het bestuur van de partij en werd ze in 1900 af
gevaardigd naar 'De Internationale'. Ze nam deel aan meer
internationale congressen, waar ze gedreven marxisten als Karl
Liebknecht, Rosa Luxemburg en Leon Trotski leerde kennen en
na de Russische revolutie werd zij communiste. Al in 1911 was
Roland Holst als orthodox marxiste uit de SDAP gestapt. Ze
bleef een aantal jaren partijloos en richtte vervolgens in 1915
de Revolutionair Socialistische Vereeniging op, die met in
begrip van haarzelf, een jaar later overging in de Sociaal-
Democratische Partij. 'Rode Jet', zoals zij genoemd werd, speel
de in 1918 ook een rol bij de revolutionaire woelingen in
Amsterdam, waar ze met David Wijnkoop aan het hoofd op
trok naar de Oranje-Nassau Kazerne om zich 'met de huzaren
aldaar te verbroederen'. Toch werd haar wel verweten dat zij in
de omgang met geestverwanten uit arbeiderskringen niet los
kon komen van een zeker patricisch standsbewustzijn. Henriette
had een kwetsbare gezondheid, die gepaard ging met inzin
kingen, depressies, anorexia en hartkwalen. "Het leed der
menschheid laat mij vaak niet slapen", dichtte zij in 1930,
maar het socialistische vuur bleef in haar branden. Ze schreef
bijvoorbeeld de Nederlandse tekst voor het strijdlied De Inter
nationale. Later kreeg haar werk geleidelijk een meer religieus
karakter. Ze schreef toneelstukken, biografieën (van Rousseau,
Gandhi en Tolstoi), journalistiek en hoorspelen. En dat zij niet
uitsluitend door het socialisme ingegeven werk schreef blijkt
uit een mooi en bekend gedicht, waarvan de eerste strofe luidt:
De zachte krachten zullen zeker winnen
in 't eind - dit hoor ik als een innig fluistren
in mij: zoo 't zweeg zou alle licht verduistren
alle warmte zou verstarren van binnen.
Uit haar bundel Opwaartsche wegen die uit zes delen bestaat met
veelzeggende titels als De Vrijheid nadert, Triomf van het Socia
lisme en Vóór het vaandel, koos ik twee gedichten.