NAAR ATLANTISCH CANADA (fragment) Q> QJ C QJ O* O Aan het lijstje met vogelsoorten die ik nog eens hoop te zien, hangt een bijlage met een rijtje zoogdiernamen. Het is moeilijk wennen aan het idee dat inmiddels vaststaat dat op beide lijst jes namen oningevuld zullen blijven. Bij de zoogdieren ston den van meet af aan walvissen bij de top drie. Toen mijn oude vriend David Sergeant in 1990 weer te gast was in Maasdam, vertelde hij dat in de wateren rond Nova Scotia in Canada eind augustus walvissoorten als buitrug, gewone vinvis, noordkaper en beluga niet zijn te missen. Als specialist op het gebied van cetaceeën werkte David een groot deel van zijn leven als bio loog in de wateren van Atlantisch Canada. Hij bood aan ter plekke te gidsen. En passant noemde hij ook namen van fijne vogels waaronder de grote pijlstormvogel, een soort die op zijn winterodyssee door de noordelijke Atlantische Oceaan veelvul dig de Bay of Fundy aandoet. De geest was uit de fles, ook bij zoonlief Hajo die na Davids meeslepende verhalen bepaalde dat een walvisuitstapje zonder hem uitgesloten zou zijn. Omdat Nova Scotia mij ook wel van pas kwam, betoogde ik tegenover Els dat veertien dagen Canada sowieso goed waren voor de opvoeding van haar zoon. Voor Hajo stelde ik als voorwaarde dat hij eerst een begeerd school diploma in de wacht moest zien te slepen. Dat gebeurde. Op 12 augustus zaten we in een KLM Boeing 747 naar Halifax, een naam die iets losmaakt bij lieden die zijn geboren voor WOU. Tot die categorie behoor ik. Immers, voor de bevrijding van Europa vertrokken uit Halifax destijds de enorme konvooien transportschepen afgeladen met militairen en hun materiaal richting Engeland. Ons gezelschapje vreedzame walvisvaarders was uitgedijd tot acht personen: Hajo's vriend Rik had ingehaakt en ook leden

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2013 | | pagina 19