s
E
KI
O
O
O
C
O
E
O»
waar nacht de bodem breekt.
Vroeg licht valt als een albe
over de aarde, achter de horizon
wachten de herauten van het vuur.
In alle lauwe richtingen van de wind
vloeit een vederlichte huid over water
Hemelsbreed kraait de vogel der dage
raad zijn vreugde over de zon. nog
voor de metten is er amber en dauw.