«fr
O
isl
M
KJ
U
LU
UJ
LU
LU
Ik weet nog, we waren jong
QÉ en reden naar Zierikzee.
kU Of beter: naar veel lucht en weinig
land - een horizon dus, en nog een,
en voortdurend een volgende,
waarachter ergens, naar het scheen,
Zierikzee zou liggen.
Ik weet nog, we hadden net zo goed
naar Vlissingen kunnen rijden,
Goes, Cadzand - zo maar ergens heen.
Het deed er niet toe. Als we maar wolken
qj zagen, zeilend in hevig noorderlicht,
de zon, de zee, een vergezicht, helder
voor ons uit. Zo reden wij dus, die keer.
g Turend naar einders en naar elkaar.
Weliswaar nog wennend aan woorden
O als 'bruid', 'bruidegom', 'echtpaar'.