en de hemel waar wij niet in geloofden deinde boven onze hoofden: een gewemel van vleugelloze engelen, maar met vinnen zwemmend in een zeeblauwe lucht alsof daarboven iemand zat te hengelen zo nam mijn vreugdeloze ziel een duik vlucht en ik zuchtte: kon ik maar als vis herboren worden in dit aquarium dat is beter dan het Elysium, weetjewei? die vieze sauna, heet als de hel, bij Bleiswijk? en jij, schoon als Beatrijs, zei: kijk! daar zwemt een school vissen constant in 't rond als jubel-engelen rond de Heiland en verdomd: je toonde mij het paradijs

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2013 | | pagina 40