ben. Hij stak een sigaret op zonder te vragen of ik daar een pro bleem mee had. Ik wist niet dat hij rookte, had het hem nooit eerder zien doen. Hij leek geroutineerd en blies tijdens zijn bezoek een half pakje weg. Nog wat meegemaakt de laatste tijd? vroeg ik. Hij knikte en zei dat het hele fijne ouders waren ge weest, onze pleegouders, vond ik dat ook niet? En Winnie was de beste vrouw van de wereld, vond ik dat ook niet? Puch was de beste brommer maar de Val van de Muur vond hij nog steeds niks, en wie heeft ons gezogen? Zijn stem leek veranderd, niet in toonhoogte, maar het ritme. Hij sprak niet meer op de afgemeten haastige manier die ik van hem gewend was. Het leek of hij naar woorden zocht, of de cor recte volgorde van de woorden, bedachtzaam, ietwat onzeker, en telkens als ik gesproken had leek hij lang na te denken. Het was Frits, maar het was een andere Frits, een nieuwe, niet her boren of herrezen maar, nee, ja, toch wel, dat was het: herre zen, uit wat voor as dan ook. Ik las het in zijn ogen. "En de Beatles?" vroeg ik voor het gesprek. Hij keek me wezen loos aan. "De wat?" "Al die nummers van de Beatles?" "Kamperen is fijn," zei hij, "vooral bij de zee." Er kwamen wat duwbakken langs en we schommelden behoor lijk. Als ik nou "help" zeg, wat voel je dan? vroeg ik Frits. Hij stak weer op en dacht lang na, diep, zag ik. "Dan denk ik dat je me nodig hebt," zei Frits, "je vraagt om hulp." Ik was vier jaar geleden gestopt maar bietste er nu toch weer één, van Frits. Hij stak ook weer op. Een glas bier of rood leek me op dit uur geen kwaad te kunnen. Frits koos bier en omdat ik er maar twee had staan ging ikzelf rood, van krabben zou het vandaag gelukkig toch niet meer komen, het kon tot morgen wachten, obladi, oblada. Niet lang geleden was het snelweg viaduct over ons kanaal geopend en ik nodigde Frits voor een pauze naar buiten om hem met het bier op ons nieuwe zicht te vergasten. Hij deed oordoppen in en volgde me naar buiten, waar we niet de hoek zijn omgeslagen voor het viaduct. Op het grindpad bukte hij, hurkte zich en leek te mediteren bij een slak, geen naakte maar de ordinaire tuinslak die voor onze eksters een lekkernij schijnt te zijn (vaak laten ook onze zolen

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2013 | | pagina 28