Nieuwsgierig keek hij naar buiten. Hij zag al van verre dat het geen toestel was van een van zijn rekruten. Toen hij erlangs vloog, sloeg de schrik hem om het hart. Het was een spierwitte straaljager. Hij schakelde de radio aan, terwijl het zweet hem uitbrak: 'Dit is de kapitein. Einde van de radiostilte. Staak de missie. Ik rapporteer een UFO. Herhaal: ik rapporteer een UFO.' 'Godverdomme', mompelde hij. De tegenstander had zijn raketten op zijn toestel gelocked en stond klaar om ze te lan ceren. Hij schakelde over naar zijn geladen raketten en zette die eveneens op scherp. 'Dit is de kapitein. Engaging the enemy', was zijn laatste bood schap. Hij maakte een scherpe bocht om hem opnieuw te lijf te gaan. 'Ik heb je eenmaal gehad, ik zal je ook een tweede keer pakken.' Op zijn rader merkte hij dat de ander twee raketten op hem had afgevuurd. De vertrouwde waarschuwingslampjes lichtten op. Hij zwenkte zijn toestel terwijl hij de afterburners losliet. Maar de raketten negeerden die en schoten onverstoorbaar recht op hem af. Hij draaide opnieuw en ging er in volle vaart vandoor. Weg van het gevecht, terug naar de basis. Onderweg kwam hij de groentjes tegen die keurig in formatie door het luchtruim koersten. Ze merkten dat hij niet achter volgd werd, niet door een geheimzinnige straaljager en niet door twee raketten. Zodra hij zijn vliegtuig geland had, klom hij in gespannen toe stand uit het toestel. In een rechte lijn liep hij naar de dienst doende commandant. Tegen hem begon hij uitvoerig uit te weiden over een spierwitte straaljager die hem van onderen genaderd was en hem had aangevallen. 'Op onze radar was niets te zien', begon de commandant plichtsgetrouw: 'Maar ik heb altijd meer vertrouwen in mijn piloten dan in mijn apparatuur.' Hij stelde hem verder gerust: 'Je hebt de juiste beslissing genomen om het te melden en terug te keren toen het te gevaarlijk werd.' Vaderlijk legde hij zijn arm om zijn schouders: 'Ga nu maar je nieuwe rekruten debriefen. Volgens mij hebben ze zeer ordelijk in formatie ge vlogen. Er zijn geen botsingen geweest.'

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2012 | | pagina 85