De grote machines stegen één voor één met luid kabaal op. In de lucht vormden ze hun formatie, terwijl hij zijn jet de andere kant op stuurde. Hij vloog dicht onder de wolken. Opnieuw was hij alleen. Zijn zoon in een crèche op de leger basis. Zijn vrouw god-weet-waar. En hij in een technologisch hoogwaardige kist van miljoenen euro's, die hem zo vertrouwd was, in het blauwe, bewolkte luchtruim. Aan het keurige stippenpatroon op zijn radar herkende hij de rekruten. 'Ik zal ze eens flink de les lezen', dacht hij grimmig. 'Dit is de kapitein. De missie begint nu. Er is radiostilte totdat de oefenmissie voltooid is. Probeer er iets van te maken.' Hij tikte zijn radio uit. Niemand kon hem meer horen. Zijn vliegtuig trilde vertrouwd. Het gehoorzaamde soepel, alsof man en machine één waren. Meer had hij niet nodig. Hij steeg op en scheurde de wolken uiteen. 'Ik ga ze van onderen verrassen', dacht hij: 'dat zal ze de schrik van hun leven geven. Dan zullen ze wel beseffen dat oorlog iets totaal anders is dan vrede.' Maar het waarschuwingslampje van zijn radar haalde hem uit zijn gedachten. Er bevond zich een onbekend vliegend object onder hem. 'Dit kan niet', dacht hij verschrikt: 'Die groentjes zijn niet in staat om mij zo te verrassen. En op de basis heeft niemand het lef om zo'n grap met mij uit te halen. Wie kan het zijn?' Van zijn vlucht naar boven maakte hij een duikvlucht terug de wolken in. Hij zette koers naar de lokatie van het stipje. 'Oké', sprak hij hardop in de cockpit: 'Het gaat nu tussen jou en mij.' Ongeduldig keek hij naar de kleiner wordende afstand tussen hemzelf en het onbekende stipje. 'Kom op. Lafaard. Laat jezelf zien', zei hij geconcentreerd. Hij zette zijn oefenraketten op scherp. Even later zag hij dat zijn missiles gelocked stonden op de tegenstander. 'Daar ga je dan', mompelde hij. Met een ferm 'Hasta la basta' lanceerde hij er twee: 'Goeie reis!' De beide oefenraketten spoten weg onder zijn vliegtuigvleugels vandaan. Daarna schoot hij zelf langs het onbekende, vliegen de object. 'Je bent er geweest!' riep hij.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2012 | | pagina 84