d) O dJ IS) 10 De letters vormen de rivier. Soms zijn ze met weinig, dan stromen ze languit. Soms zijn ze met veel, dan kunnen ze nog net onder de brug door zonder zich te bukken. Ze kalven langzamerhand de kantlijn af, schipperend rond het afbreekstreepje Q dat onderweg zand schept.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2012 | | pagina 52