Zijn blik verliest zich in een landschap dat ooit zo ontstond,
uit het ontstaan zelf, uit een lijn, een kleur, een verlangen
Een boot verscholen in het riet in de schaduw van een boom
een ideale plek om aan te leggen vanuit te vertrekken en weer
aan te komen
Een plek die ontstaat door er niet aan te leggen er niet vanuit te
vertrekken
maar naar te verlangen om er ooit aan te komen
De visser is een dwaas die niets vangt maar alleen wacht en wacht
op de vis die wacht en wacht op wat de visser doen zal
Bomen, weilanden en een enkele vogel zweven in de mist
de mist die elders een mast doet rijzen een water doet vermoeden
een boot doet wachten tot het moment van vertrek, als het riet
buigt
de wind aanwakkert het zeil kromt de zon schuil gaat de tijd daar is
Waar hij heen gaat is onzeker een hemel zonder vogels de visser
aarzelt
wil hij vertrekken of verliest hij zich in het landschap
Ooit ontstaan uit het verlangen zelf