prachtige nieuwe wijk,' zei hij. 'Ik ben hier iedere avond op pad en heb al veel mooie afspraken kunnen maken.' 'Werft u leden?' vroeg mijn vrouw. 'Dat is wel heel dapper van u. Vooral met dit weer.' Hij grijnsde. 'Nee, mevrouw, als het ter sprake komt praat ik wel over de bond, maar ik doe in verzekeringen. Sinds ik gedeeltelijk arbeidsongeschikt ben, vertegenwoordig ik enkele grote verzekeringsmaatschappijen.' 'Wij zijn goed verzekerd,' zei ik. 'Meneer,' zei hij, 'u praat met een adviseur met ervaring. U bent verhuisd en hebt natuurlijk nieuwe spullen gekocht. Vloerbe dekking, bij voorbeeld.' Hij keek naar de vloer met plavuizen, ook achter zijn stoel. Is uw inboedel voldoende verzekerd.'" 'We zijn voldoende verzekerd,' zei ik. 'Ook de inboedel.' Er trok een droeve glimlach om zijn mond. Hij keek naar mijn vrouw. 'Weet u,' zei hij, 'ik vind dat we elkaar moeten steunen in dit leven. Wij staan voor dezelfde idealen. Dat schept een band. Ik sluit al uw verzekeringen over, zonder problemen, dat garandeer ik u. Ik ben uw agent, ik woon bij u in de buurt. Ik ben er als u mij nodig hebt.' 'Wilt u nog koffie?' vroeg mijn vrouw en stond op. 'We moeten er over nadenken,' zei, ik, 'maar we hebben alles goed geregeld, alles in een pakket met een flinke korting.' Kaasdrager dronk zwijgend zijn koffie, de map met papieren doelloos op zijn schoot. Hij had ingevallen wangen en magere knokige handen die licht trilden toen hij zijn kopje neerzette. 'Wat voor werk hebt u hiervoor gedaan?' vroeg ik. 'Veilingmeester. Maar het werd me te veel. Tuinders willen maar een ding, zo snel mogelijk zoveel mogelijk verdienen. Menselijk contact is er niet meer. Dat gaat aan je vreten.' 'Ik weet er alles van,' zei ik. 'Maar er zijn ook goeie werkgevers,' en ik vertelde van de orchideeënkweker die zonder discussie mijn advies had gevolgd en vol trots zijn bedrijf had laten zien. 'Kijk,' zei ik, 'dat kreeg ik als dank,' en wees op de tak met orchideeën in een glazen stolp op tafel. 'Dat is een dure,' zei Kaasdrager. 'Zo maar gekregen?' Ik glimlachte. 'Binnenkort kom ik bij u langs, dan praten we over de bond.' 'Wat een zielige man,' zei mijn vrouw toen hij weg was. 'Nou heb ik ook mijn programma gemist.' Ze zette de tv weer aan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2012 | | pagina 37