ontstond het Bathse Spuikanaal met de Bathse Spuisluis.
Decennia lang was het Deltaplan een veelbesproken thema
binnen de samenleving geweest. Ook kunstenaars putten soms
inspiratie uit wat er zich in hun leefgebied voltrok. Een goed
voorbeeld hiervan is het gedicht dat Jan Kuipers maakte bij de
Bathse Spuisluis.
2. Bathse Spuisluis
De vorm van het gedicht is verwant aan het sonnet. Het bevat
vier keer een onregelmatig opgebouwde terzine, gescheiden
door een witregel en een 'clausule' of enkele regel als afsluiting,
totaal dertien regels. In elke terzine komen een of meerdere
enjambementen voor. Er zijn meer stijlmiddelen aangewend
zoals de assonantie, alliteratie, antithese en versbreking. Een
rijmschema en een metrum ontbreken geheel, een eigenschap
die we ook bij het 'vers libre' aantreffen.
Eerste Niveau van interpretatie
Het lyrisch 'ik' verwijlt bij een waterstaatkundig bouwwerk, de
Bathse Spuisluis nabij het dorp Rilland-Bath in Zeeland. In de
inleiding is de oorsprong van de spuisluis geschetst.
De concrete situatie is dus dat de Bathse Spuisluis in bedrijf is
en dat het lyrisch subject dat ter plaatse aanschouwt.
Tweede Niveau van interpretatie
Het stemt het lyrisch subject in de eerste strofe niet vrolijk
dat hier een bunkerachtige constructie is gerealiseerd. Er is iets
verloren, verzucht hij verderop, mogelijk verwijzend naar een
verdwenen stuk rustiek Zeeuws landschap. De ontwerpers heb
ben helaas door de verwezenlijking van hun visioenen (voor
gespiegelde hemels) de nog apart aanwezige vier natuur
elementen aarde, lucht, vuur en water gereduceerd tot water.
Het zijn de gedachten aan vroeger, de herinneringen aan de
ongerepte natuur op die plek, die het lyrisch subject in vervoe
ring brengen.
De emotionele gesteldheid van het lyrisch-ik ligt al besloten
in de eerste zin: "Alles lijkt verboden hier Hij ervaart een
2.1. De vorm
2.2. De Inhoud