"Marthe
Albert boog zich voor Eelco langs naar zijn vrouw, legde zijn
hand op haar arm en sprak fluisterend maar zeer nadrukkelijk:
"Wat vieren we? Waar is dit het jubileum van?"
Marthe legde haar hand over die van Albert en keek hem lief
devol aan.
"Dat je niet met dat tijdschrift bent begonnen," fluisterde ze
terug.
"Welk tijdschrift?"
"Dat literaire tijdschrift."
Maar dat ben ik nooit van plan geweest."
Bart was inmiddels weer terug van de dansvloer en zoals een
goede zoon van een oudere vader betaamt, zeker wanneer het
een vergeetachtige vader betreft, schoot Bart hem meteen te
hulp.
"Jawel pa, dat was je wel van plan, dat kan ik me zelfs nog
herinneren. Je had het al helemaal af, ik zie het pak papier nog
liggen op het dressoir. En toen je naar de WC was, heb ik er wat
in gelezen en geloof me, ik schrok me rot."
Marthe klopte hem geruststellend op de arm.
"Nee jongen, echt niet! Ik ben van mijn leven niet van plan
geweest een literair tijdschrift te beginnen. Waarom zou ik?"
Eelco, die het gesprek natuurlijk had gevolgd, begon te lachen
en gaf Albert een joviale klap op de schouder. Het werd onbe
doeld een moment van opverende feestvreugde, want de band
de werknemer te stimuleren, er bij een ongewijzigd doorlopen van
een arbeidsovereenkomst elke vijf jaar cumulerend zowel werk
gever als werknemer een stimuleringsopslag c.q. korting opgelegd
zullen krijgen, tot maximaal vijftig procent van het laatst genoten
loon.
Maar al die gegevens die ons ter beschikking staan, voeren ons
naar gedachten die we nu niet willen hebben. Het was de vraag of
er momenten zijn waarop een herdenkingswaardige gebeurtenis
zo dicht tegen het gebeuren aan zit, een gebeurtenis zo bepalend
en zo negatief dat deze nog heel lang herdacht zou worden met
treurmarsen en vlaggen halfstok, maar dus nooit met een jubi
leum, dat het desondanks niet doorgaan, op dat moment veel
onwaarschijnlijker, bijna onmogelijk - dat juist het niet-gebeuren
met jubileums gevierd zal worden?