FACADE Zwarte kraaien vliegen op als ik de resten nader van de schuur. Alleen de muur, de facade staat nog overeind in 't vlakke land. Gebroken ramen staren met holle ogen uit hun vensters. De winterzon zet splinters glas in brand. Wind waait door lege poorten waar deuren toegang gaven aan hen die hier ooit woonden, hun vee verzorgden, de plek verlieten. Verdwenen ademwarmte. Alleen de plattegrond van macadam en grijs beton. Een dode vogel in het raamkozijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2011 | | pagina 90