S
a»
c
ZEESCHUIL
rs
<3
(3
IN.
IN.
Mocht ik sterven breng
Mij dan naar de Zeeuwse zee,
Waar het water
Op me wacht - eindelijk.
Laat daar de wind
O Over mijn gesloten
Ogenleden waaien
JT En zout rusten op
Q>
De stijve lippen. Die
Hier hebben gekust
Tussen helmgras, in
Duinpan en bunker
Rol mij in zeildoek, vaar
Uit en laat mij zinken in
Het graf waar geen naam
C Gebeiteld zal staan, slechts
*3 Zoute rozen bloeien en
Diepzee knekelwit schuurt