IN DE NACHT Hij praatte met mij en ik praatte met hem in de nacht. Toen begon hij zich te spreken. In de naakte nacht. Toen hij dood was was hij niet meer dood. In de dode nacht. (bij een boom, een stralende populier, hij moest geveld! we hielden van hem)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2011 | | pagina 70