tegenwoordig allemaal een wachtlijst. Verder ben ik volkomen flexibel en zal ik hartstochtelijk janken, krijsen en snikken om uw verlies en/of smart het gewenste cachet te verlenen. Hoe ik mij voorbereid? Opvallend genoeg niet bij eigen leed. Een mens kan zich dan onmogelijk focussen op techniek. Toen mijn moeder overleed was ik een zwijgend hoopje ellende. Ik kon niet eens een dankwoord uitspreken, laat staan de goden vervloeken. Op dat soort momenten begrijp je ook echt de noodzaak om een professional in te huren. Trainen doe ik onder het motto 'wie het kleine niet eert'. Ik stort mij graag op dagelijkse droevigheden rondom huis en tuin. Melk over de datum, een buurjongen met een gat in zijn knie. Vogelpoep op pasgewassen ramen. Ik grijp elk moment aan om me in te leven in de onpeilbare droefenis van het bestaan. Soms begrijpen mensen dat niet. Gisteren wilde ik jammeren bij een arm vogeltje dat uit zijn nest was gevallen - of geduwd, want de wereld is onvoorstelbaar hard. De buren vroegen al na twee uur of het zachter mocht. Maar het gaat juist om het uithoudingsvermogen. De exacte schorre resonan tie. Of ik binnen verder wilde gaan, met de ramen gesloten. Mensen zijn niet meer overtuigd van het nut van een klaag vrouw. Ze ontkennen verlies, verstoppen de dood. Geen won der dat we zo'n depressief volkje zijn. Het is een hard bestaan. Merkwaardig, want er is leed genoeg voorhanden. Iedereen komt aan de beurt. Maar vaklui krijgen helaas niet meer het juiste respect. Misschien omdat ze zoveel huilen op tv. Dat stompt af en dat merk ik direct aan het aan tal boekingen. Maar ach. Ik mag niet klagen. Peter Urbanus DE GEZALFDE Ook die ochtend was het flink raak op de oprit. Tientallen baardmannen knielden zich nu al devoot in zijn richting, zodra hij zich bij het voorkamerraam vertoonde. Hoewel ze er woest uitzagen, en visioenen van zichzelf opblazende reli gieuzen aanvankelijk voor zijn geestesoog verschenen, waren

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2011 | | pagina 50