zich heen en graait vertwijfeld naar de rode knop. "Zuster,
zuster Snel komt ze teruggerend. Wijd geopende ogen
kijken haar aan. "Zuster, mijn hart klopt!"
"Ach meneer, wees maar blij," zegt ze geruststellend, "dat is
hier wel eens anders."
André van der Veeke DAT WAS ZE
Plotseling die vertraging van tijd als ik de buurtkroeg binnen
stap. Helmuth lanceert zijn taxerende blik.
"Ben je weer schoon?"
"Wanneer maak jij je eens vuil?"
Met een overwinnaarslachje krabt hij aan zijn dunne kruin.
Ik ben geen kroegloper, maar hier ben ik goddank ingeburgerd.
Ook al hang ik er maar een beetje bij. Aan spelletjes doe ik niet
mee. Geen darten, geen biljart, nooit gokken.
"Georgette, hoe is het?" vraag ik met mijn avondstem. Ze
maakt haar ogen leeg en lacht daarna. "Er verandert hier nooit
iets," zegt ze.
"Daarom kom ik hier ook."
"Ik had meer van je verwacht," zegt ze met haar verleidelijkste
stem. Dankzij die ruis in haar stem lopen de zaken hier goed.
"Een kopstoot," zeg ik. Ik begin altijd met een pilsje en een
jenever.
"Ben je druk op het moment?"
"Hoe bedoel je?"
"Werk, de ladder op."
"Gaat. Ik heb altijd wel iets te penselen."
"Hier moet de boel ook opgeschilderd, het buitenwerk."
"Dat laat je Helmuth toch doen."
"Doe niet zo lullig. Die man kan niks
De avond verloopt zoals altijd. Ik blijf aan de bar hangen.
Tegen sluitingstijd stapt er een jonge vrouw binnen, kijkt met
verwilderde ogen om zich heen en verdwijnt weer.
"Dat was ze," zeg ik hardop.