extra stil zittend op mijn stoel naar hem en hij keek terug met een mooi rond geel oog, een blinkend ringetje. Ton Brandenbarg DE WINTERTEEN VAN OOM NICO Ons gezin was harmonieus tot die dag dat oom Nico zijn intrede deed. Hij was er ineens na de dood van zijn aimabele echt genote. Ze waren in goeden doen en hadden geen kinderen. Een deel van de voornamelijk boerenfamilie aasde op de rijke buit en hield daarbij de rest streng in de gaten. Niemand zou de kans krijgen een voorkeurspositie in te nemen. En toen meldde zich op een dag oom Nico, een zonderlinge man met verfijnde smaak en manieren, gekoppeld aan een uitgesproken mening. Hij herinnerde mijn vader fijntjes aan zijn belofte, ooit gedaan, dat hij altijd welkom zou zijn als dat nodig was en dat hij daar niets voor wilde hebben. Dat was ongetwijfeld oprecht bedoeld, maar niet verstandig. Hij kon niet meer terug, hoewel dat haaks stond op de familiecode. Even later had de kleine, kaalhoofdige eigenwijze schoolmeester de mooiste kamer in bezit genomen. De eerste maanden betaalde hij geen cent en mijn ouders weigerden het aan de orde te stellen. Van meet af aan was hij aanwezig en veeleisend, ook als hij niet zichtbaar was. Merkwaardige tic: eens in de twee, drie maanden liet hij minimaal 50.000 gulden van zijn rekening bezorgen door een bankbediende. Hij administreerde: zoveel van duizend, zoveel van honderd en nul van vijf. Bijzondere verzorging had zijn linker grote teen nodig. Omstandig legde hij uit dat het on gemak werd veroorzaakt door bevriezing ten tijde van de mobilisatie in de Eerste Wereldoorlog. De tijd verstreek. Met geduld en toewijding werd ook de teen dagelijks verzorgd. En toen ging het fout. In een onbewaakt ogenblik stapte mijn moeder met haar 120 kilo pardoes op het kwetsbare deel. Met veel gesnuif werd het been geheven en bleef als een witte vlag in oorlogsgebied in de lucht hangen. In plaats van aan zijn voeten neer te zijgen en een klaagzang aan te heffen, verdween zij proestend achter de deur. Alle zenuwen en spanning kwamen er in één keer uit. Elke keer als ze stiekem om de hoek keek, zat oom Nico nog steeds gemankeerd met

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2011 | | pagina 15