c-
CQ
O
O
M
O
vO»
3
O
"3
u
(N
LO
Waar het huis staat
loopt de straat verloren
de verleden tijd.
Geen man geen vrouw
het onzijdige is gebleven
een onuitwisbaar watermerk.
LU
Er is een tafel
stoelen moet je brengen
voor wie zou komen
is er plaats
voor wie wil horen
het verhaal is daar
onuitgesproken omgeplooid
het leven zonder namen
kan je het niet noemen
de dingen op de tafel
uiteengelegd voor even
is er geen verschil van betekenis
is het opgemeten in elke vorm
in glas gegoten kan het blijven
kan je het dragen
met rede overtuigen.
Maar krimpend groeit de schaduw
zoals wolken over zand verdwijnen
door blauw omsloten blind
verdriet dat niet kan wenen
kanker in het hoofd
het verdraagt geen spiegel.