Vanochtend bij het vlieden van mijn slaap Weenden er vreemde vaders in mijn hoofd Ze hingen in gebroken schommels Met grote nutteloze handen En wiegden gelijkmatig en droef Zoals gehangenen aan touwen in wind. Hun eindigheid was plots immens - Ijzingwekkend de vrolijkheid waarmee Hun kinderen na te zijn gedood Nog verder bleven spelen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2010 | | pagina 48