Appie. Herinnerde hij zich van de gedwongen stage op de kinderboerderij, jaren geleden, haastig afgebroken toen hij voor de ogen van het verzameld publiek geraniums uit de potten op de vensterbank had staan opvreten. De snel overwonnen verbijstering van de barman was niet ongebruikelijk. Gebeurde vaak als Appie zich voor het eerst aan iemand vertoonde. Zijn lange, slungelachtige gestalte, de brede grijns - poolcirkelachtige vriendelijkheid a la horrorklassieker -, zijn grote, kingkongachtige kop en, eerlijk gezegd, de ronduit krankzinnig-criminele blik. Jaren had hij dan ook zijn image gecultiveerd, tot die image als het ware bezit van hém had genomen en hij een wandelende voorstelling was geworden. Appie liet de jenever met glaasje en al in zijn vaasje zakken en dronk de boel in twee, drie teugen op. 'Aaahhhhh - 't zelfde,' zei hij tegen Varkensoogje, die op enkele meters afstand belangstellend kennis had genomen van zijn handelwijze, geruite theedoek in de handen. Toen de tweede bestelling voor hem stond gaf Appie de bar tender geen kans zijn positie met de instinctmatige veiligheids marge weer in te nemen. Tk zoek eigenlijk iemand,' zei hij met zijn breedste, meest sinistere grijns. 'O ja? Een partner?' grapte de bartender onzeker en deed toen verdomme tóch weer drie passen naar opzij om zijn bestelling op een bonnetje te noteren, op het onder de flessen haast bezwijkende toogmeubel aan de andere kant van het gang paadje. 'Eh,' zei Appie. Wat was ook weer de naam die hij had opge kregen? 'Siebe Edens,' zei hij toen snel. 'Moet hier logeren.' Varkensoogje zette het tweede streepje achter dat van Appie's eerste bestelling en gaf geen sjoege dat hij hem had begrepen of zelfs verstaan. 'Edens - Siebe Edens, of zoiets,' herhaalde Appie onrustig. 'Ik lui niet uit m'n kraam,' zei Varkensoogje zacht maar beslist. 'Je kan toch wel zeggen oftie hier logeert! Ik ben een vriend van 'm.' 'Weet ik veel. Mijn vrouw houdt de hotelsores bij,' zei de barman. Hij draaide zich weer naar Appie toe, maar bleef op veilige afstand. Toen liep hij haast aarzelend naar het andere

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2010 | | pagina 29