geweest direct uit zich wegstromen. Het applaus, het gelach om zijn spitsvondigheid. Hij had zeker dertig boeken moeten signeren en Gerard Loef nog geen tien. Iedereen had hem fantastisch gevonden, maar nu liep alles als een koude straal water zo de grond in. Weg roes, weg nasuizende woorden van bewondering. 'Leuk,' hij kon niet anders uitbrengen. 'Kom binnen, ik heb whisky in de minibar, we vieren het op het balkon, in de laatste avondzon. Ik zei je dat ik goed was.' Jaloezie overviel hem. De arrogantie van die man stond hem ineens vreselijk tegen. Waarom was hij niet meer dan een stand-in en moest hij nu aanhoren hoe geniaal de man was aan wie hij dit baantje te danken had? Hij deed de jas van Armando uit en stapte het balkon op. Frisse lucht zou hem goed doen. In de haven lagen grote schepen, daarachter strekte de zee zich eindeloos uit. Vlak boven de einder hing als een groot rood oog de zon. Over een half uur zou ze onder zijn. Hans leunde tegen de houten balustrade, die veerde een klein stukje mee. Met zijn hand rukte hij er zachtjes aan. Armando kwam het balkon op met een fles en twee goed gevulde glazen en gaf er één aan Hans. 'Helaas geen ijsblokjes, maar de echte liefhebber drinkt pure whisky.' Hij hield zijn glas omhoog om te klinken. Hans liet zijn glas zachtjes tegen dat van Armando aankomen. 'Kom, dat mag wel wat harder, ik heb mijn meesterwerk vol tooid.' Met een ruw gebaar klonk hij opnieuw. 'Je mag je hand jes dichtknijpen dat je dit straks mag voorlezen, zo schitterend is het.' Hans goot de inhoud van zijn glas in één keer naar binnen. Er waren nu zeker vijf mensen geweest die na afloop wat met hem hadden willen drinken. Ze hadden ieder woord van hem geab sorbeerd, iedere beweging die hij maakte gevolgd. En ook de presentator was verguld geweest. Hij had het gesprek als zeer bijzonder ervaren, open, persoonlijk en vooral humoristisch. En dat was Hans geweest, daar had deze arrogante schrijver niets mee te maken gehad. Armando mocht hém dankbaar zijn dat hij zijn populariteit naar ongekende hoogte bracht. Zelf had hij dat onmogelijk gekund met zijn aversie tegen voorleesmid- dagen en publiek. Dacht hij dat hij zonder Hans zou kunnen?

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2010 | | pagina 26