'Ik wacht op je, dan kunnen we de avond evalueren.' Hans had
zich omgekleed en droeg een zwarte coltrui en zwarte broek,
geleend van Armando.
Op de eerste verdieping van de bibliotheek werd Hans ont
vangen door een bebrilde dame van ver in de zeventig. Schok
kerig, van de zenuwen of ouderdom, bewoog het hoofd op haar
nek.
'Welkom mijnheer De Vlieger. Fijn dat u er bent. Wilt u alvast
een kopje groene thee?'
Hij hing de jas van Armando aan de kapstok en legde de hoed
er bovenop. Hij ging achter de tafel voorin de zaal zitten en
haalde de boeken zo routineus mogelijk uit de rode aktetas.
Met Armando had hij afgesproken welke pagina's hij zou voor
lezen. Op de vragen moest hij ontwijkende antwoorden geven.
Het publiek luisterde toch wel, het maakte niet echt uit wat hij
zei. En over een eventueel volgend boek mocht hij vertellen
wat hij wilde, als hij maar benadrukte dat alles nog onzeker
was.
De directeur van de bibliotheek kwam Hans een hand geven en
bedankte hem voor zijn komst naar deze uithoek van Neder
land. Hans zei dat hij het graag deed en dat hij zijn lezers, waar
ze ook woonden, wilde leren kennen. De directeur knikte ver
heugd en nam plaats op de eerste rij.
Vijf minuten voor aanvang zaten er ongeveer dertig mensen,
op de vierde rij ontwaarde Hans een mooi meisje met lang
zwart haar. Ze droeg een donkerrode trui en heel even kruisten
hun blikken elkaar, haar lippen vormden een bewonderende
glimlach. In de pauze of na afloop zou hij proberen met haar
een praatje te maken.
'En?' vroeg Armando, toen Hans zijn kamer binnenkwam. Hij
keek even op van de papieren die voor hem lagen.
'Niemand had het door. Het ging prima.'
Armando las een paar regels en krabbelde wat in de kantlijn.
'En de vragen?'
'De bekende, die we ook doorgenomen hadden. Na afloop heb
ik zeker vijftien boeken moeten signeren. Iedereen vindt dat je
erg goed schrijft.' Hans haalde een ingepakte fles wijn tevoor
schijn en zette hem op tafel. Hij wachtte tot Armando ernaar
keek.