Armando sloeg het boek dicht en keek de verstilde zaal in.
'Vragen?'
Hans had de stoelen opgestapeld en de lege glazen opgeruimd.
Toen hij het café in kwam, stond Armando bij de bar met twee
bewonderaars, een oudere dame en een jongeman met een
ringbaardje. Hans bestelde bij een collega een biertje en
probeerde te volgen waar hun gesprek over ging. Ze praatten
vooral met elkaar en over Armando, die ongemakkelijk met
zijn rug tegen de bar leunde, als werd hij gegijzeld door zijn
eigen publiek. Toen hij Hans zag, verontschuldigde hij zich
en kwam bij hem staan.
'Jij verkocht de kaartjes, toch?'
'Inderdaad. Meestal vind ik er niet veel aan, maar vanavond
vond ik het wel interessant.'
Armando boog voorover en fluisterde: 'Ik heb zo'n hekel aan
voorlezen. Maar het moet, mijn uitgever zegt dat het goed is
voor de verkoop.'
De herkenning schoot weer door zijn hoofd, maar waarvan?
'Ik wil schrijven, daar ben ik voor in de wieg gelegd,' vervolgde
Armando.
'Mij lijkt het juist leuk, al die aandacht.'
'Als beginnende schrijver moet je zoveel mogelijk aan publi
citeit doen. Anders graaf je je eigen graf. Ook weer van mijn
uitgever. Heb je die vragen gehoord vanavond? Het is zonde
van mijn tijd. Ik schrijf vooral 's avonds, maar elke week zit ik
ergens in een zaaltje mijn eigen teksten voor te lezen. Dat kan
iedereen, dat hoef ik toch niet te doen?'
Hij zweeg en keek Hans aandachtig aan.
'Wat doe je nog meer, behalve kaartjes verkopen?'
'Vier avonden per week sta ik achter de bar, en verder, verder
doe ik niet zo veel. Wel gestudeerd en zo, toneelacademie, maar
niet afgemaakt en ja, dan blijft er al snel weinig anders over
dan dit.' Hans gebaarde naar de bar. 'Het kan saai zijn, maar je
zit in ieder geval niet alleen op je kamer.'
Armando knikte afwezig en leek ergens over na te denken.
Hans vervolgde: 'Ik heb vroeger veel toneel gespeeld, maar om
boven het amateurniveau uit te komen...'
'Je lijkt op mij,' onderbrak Armando hem. 'Je hebt ook zo'n
lelijke neus.'