5 O O Cï Mijn gedichten zijn niet verheven noch onder verheven Omstandigheden tot stand gebracht Er is niets in mij dat streeft naar het buitengewone In mij is de wens tot opvallen afwezig ISi De laatste jaren ontwikkelt zich in mij een almaar Toenemende mate van weerzin en mededogen ten !Z Aanzien van de mensen die nauwelijks weten in het westen te wonen LU Vroeger namen pleidooien voor hen armen van geest nog Regelmatig bezit van mij dat is helemaal voorbij nu En de dank daarbij dat het voorbij is gaat voornamelijk Uit naar mijzelf Mijn doel is verder de gruwelen die zij mij laten aanschouwen Neer te schrijven in naar het mij voorkomt gedichten Waarbij alle aandacht wordt geschonken aan het Ontbreken van de geringste persoonlijke mening Van de dichter zelf 3^ Dat is mijn doel een dwaas tussen de dwazen te zijn De kijkende dwaas naar de feestende dwazen die niets begrijpen Mijn pleidooien liggen bestoft in laden mijn weerzin jegens hen Q) Zal niet waarschijnlijk nog afnemen C Mijn wereld wordt dit huis LU Een eenvoudig huis op een hofje ergens hier dichtbij t/) Waar het avond is QJ Waar al die dingen gebeuren Die mij doen laten huiveren üfc En wakker houden

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2010 | | pagina 15